
Poezenvrouwtje vertelt....ineens kreeg ik een ingeving en kwam bij foto’s uit de oude doos. Ik dacht waarom schrijf ik niet over vroeger, mijn jeugd, toen alles anders was. Ik weet dat ‘t niet over de poezen gaat maar er zal uit blijken dat juist de dieren in mijn leven een grote rol zijn gaan spelen en ik daar mijn liefde vandaan haalde die ik miste..de genegenheid die ik graag van mijn ouders had gekregen. Het was een andere tijd en dus een hardere tijd. Toch heeft ‘t mij gevormd tot wie ik ben en mijn liefde en het opvangen van allerlei dieren in mijn omgeving en later het opvangen en een liefdevol thuis geven aan rescue-Perzen.
Kolenkachel in midden woonkamer , iedere morgen salade ledigen en met stukje wc-papier de ruitjes schoonmaken (roet eraf) voordat je hem aanstak. Kolen haalde je met de kolenkit achter uit ‘t kolenhok...brrr, akelig als ‘t donker was en de kolen waren op!
Ons huisje had geen centrale verwarming, dat was er in die tijd nog niet. Het werd warm gehouden op 2 punten in ‘t huis...de woonkamer met een kolenkachel en in de keuken met een rond gietijzeren kachel waar blokken hout in gestookt werden om op te koken. Je had toen maar 1 punt om op te koken of water heet te maken. Voorin zat een klein luikje dat je open kon zetten om luchttoevoer te regelen. Daardoor zag je het open vuur branden. Wanneer je natgeregend in je wollen jas met das en muts met wollen wanten binnen kwam in de herfst was dat een heerlijk beeld zodra je achterom de keuken binnen kwam. Daar trok je de natte spullen uit en zette een van draadijzer gebogen wasrekje op om de druipende kledingstukken te laten drogen. Regenkleding had je toen nog niet laat staan dat iets waterafstotend was zoals nu het geval is. Nee het duurde uren en soms dagen voordat die wollen jas droog werd met het gevolg dat je vaak de volgende ochtend de nog klamme jas, wanten, sjaal en muts weer aan kon trekken.
Zo ging je dan lopend naar school want voor een fiets was geen geld. Je deed veel te voet en klaagde daar niet over. Pas als je naar de grote school ging kreeg je een tweede hands fiets die papa zelf opknapte. Je was er blij mee...!
Potkachel als fornuis in de keuken met pijp door de schouw erboven
|
Granieten aanrecht en geen onderkastje maar een gordijntje met plank onder de gootsteen
|
| |
Eten deden we tussen de middag met mama rond het gietijzeren fornuis in de keuken..daar was ‘t immers aangenaam warm. In een kringetje..oud brood van gisteren dat bijna hard was geworden soptje je dan in een laagje sju van ‘t stukje gebraad van de vorige dag. Dit was lauwwarm gemaakt op de gietijzeren plaat. Daarna mocht je nog even spelen en dan weer naar school. De wind was guur en de weg nog onverhard. Het was een oplopende zandweg van geel zand zonder stoepranden. Waar ‘t gras begon daar was de zijkant van de weg. In ‘t midden was ‘t vastgereden door de toen nog weinige auto’s in de straat. Ik had uitdrukkelijke instructies dat ik ondanks dat ik niet tegen ‘t verkeer inliep...aan de rechterzijde moest blijven en dat deed ik ook! Want moeders-wil was wet in die tijd. Je luisterde naar je ouders, sprak niet tegen, liegt niet tegen ze, en sprak ze met respect en met “ U’ aan als je antwoordde. Iets wat in deze tijd ver te zoeken is...heb er wel eens wat moeite mee. Tutoyeren deed je niet.
De school lag bij de kerk bovenaan de straat. Het was een oud houten Gemeenschapsgebouw met tochtige ramen en het rook er altijd muf want voor degene die dit fenomeen niet kennen...een Gemeenschapshuis dat was ‘t buurthuis waar in vroegertijd (zestiger jaren) alle gemeenschappelijke vergaderingen , buurtfeestjes, carnaval, opvoeringen, toneelstukken (want dat was het enige vermaak in die tijd) etcetera werden gehouden. Door de week was ‘t school en in de weekenden werden de bankjes weggehaald om ruimte te maken . De houten planken hadden spleten en dus had je altijd koude voeten. Juffrouw Jansen was een oudere schooljuf ..streng en ferm en als je stout was moest je in de hoek staan.
Mijn letterbak (daar zaten de lettertjes in die je op het deksel kon leggen om te leren woordjes en zinnen te vormen...viel met regelmaat op de grond. Dit was al aanleiding om 5 minuten in de hoek te staan waardoor je een groot deel van je les miste want je kon niet mee oefenen met de rest. Daarna moest je al die lettertjes oprapen, weer op alfabet in de doos terug leggen die verdeeld in vakjes was . Dit deed je na schooltijd...een vorm van nablijven dus! Eigenlijk had je dus 2x pech...maar ja . iets zeggen, durfde je niet laat staan het thuis te vertellen.
Stilletjes naar boven als je thuiskwam en alle taken/klusjes uitvoeren die mama vroeg, zoals boodschappen doen bij de groentenman, eieren halen bij de kippenboer tussen de loslopende kippen, vis halen bij de visboer op de hoek en dan nog brood halen bij de bakkerij aan het eind van de straat. Je liep je rot...maar deed wat je gevraagd was. Tegensputteren was een “no-go” .
Deze afbeelding is verborgen voor gasten.
Login of registreer om deze te zien.
Zo tot zover...wordt vervolgd...als je het leuk vind laat dan een reactie achter!